Auteursarchief: raetcto

CIO zoekt vrienden (m/v/o)

Naar aanleiding van het winnen van de CIOMagazine Innovatieprijs kwam Hotze Zijlstra deze week langs bij Raet voor een interview. Samen met mijn collega’s Fons en Mariëtte bespraken we onder andere de uitdagingen van CIO’s en IT managers en hoe innovatie hun leven zal beïnvloeden. Officieel staat de afkorting CIO natuurlijk voor Chief Information Officer, maar is dat ook de praktijk?

Chief Infrastructure Officer?
De tijd dat de IT manager op zijn knieën door het pand kroop met T-stukjes en terminators bij de hand om het coax-netwerk te fixen, is gelukkig wel voorbij. Maar dat wil niet zeggen dat IT-infrastructuur tegenwoordig “appeltje-eitje” is. Terwijl de IOPS van het SAN en de warmte-ontwikkeling van blades in het datacenter nog volop aandacht van de CIO vragen, hebben de gebruikers alweer iets nieuws bedacht: BYOD oftewel “Bring your own device”. Net nu IT eindelijk de controle op alle pc’s had teruggewonnen, brengen gebruikers hun eigen tablets en smartphones mee. En de CIO moet maar weer zien hoe hij beschikbaarheid, toegankelijkheid en veiligheid regelt.

Chief Integration Officer?
Iedereen wil samenwerken en vindt het delen van informatie belangrijk, maar dan vooral voor de andere afdelingen. Voor zijn eigen afdeling is toch een specialistische applicatie nodig die echt anders is. En de CIO mag uitzoeken hoe hij het IT landschap overzichtelijk en veilig houdt en hoe de informatie tussen applicaties te delen. Alleen al het beheer van gebruikersrechten over alle applicaties heen is een enorme klus. En nu komt Big Data om de hoek zeilen: gigantische hoeveelheden data binnen of buiten de organisatie die relevantie hebben maar waarvan de verwerking en het beheer nog totaal onduidelijk zijn. En of de CIO het maar even wil regelen.

Chief Isolated Officer?
De CIO heeft een belangrijke maar eenzame plek in de organisatie: te zeer een “techie” voor managers in de core business, te zeer manager en business voor de “techies” in zijn eigen team. Beschikbaarheid en kwaliteit van infrastructuur en IT systemen wordt als vanzelfsprekend gezien, niet als zijn verdienste. IT problemen en kosten zijn uiteraard direct verwijtbaar aan de CIO. In die zin is een CIO net de bondscoach van het Nederlands elftal: overwinningen boek je door de kwaliteiten van de spelers, maar 16 miljoen bondscoaches kunnen je haarfijn uitleggen waarom Advocaat Robben niet in het EK-duel tegen Tsjechië had moeten wisselen.

Vrienden
Innovatie biedt de CIO de helpende hand. Cloud is een vriend: de specialisatie van Cloud providers neemt allerlei low-level details van de infrastructuur uit handen, en laat de CIO zich concentreren op applicaties en data. SaaS is een vriend: de specialisatie van SaaS providers ontzorgt de CIO voor wat IT betreft, en laat de CIO zich concentreren op informatie integratie. Waar CIO’s traditioneel zoveel mogelijk controle op hun gebied willen houden (“alles op eigen ijzer in de eigen kelder”), zullen ze nu het roer radicaal om moeten gooien en specialistische taken buiten hun organisatie moeten beleggen. Het is aan SaaS providers als Raet om CIO’s de zekerheden te geven dat ze die rol betrouwbaar kunnen vervullen. Maar dankzij Cloud en SaaS kunnen CIO’s uiteindelijk dichterbij hun oorspronkelijk doel komen: de organisatie voorzien van goede en tijdige informatie. Maar niets komt voor niets: er zijn vele vrienden die zich Cloud en SaaS noemen, en het is aan de CIO om de goede vrienden te kiezen.

In memoriam voor het mainframe–lang leve de public cloud (het nieuwe mainframe?)

Na meer dan 40 jaar heeft Gemal het mainframe verlaten. De software die iedere maand voor meer dan 1 miljoen Nederlanders het salaris berekent, draait nu in de private cloud van Raet. Na anderhalve jaar voorbereiding en in een nauwe samenwerking met Micro Focus draait Gemal nu op Windows met een SQL Server database.

De voornaamste reden voor deze migratie of “replatforming” was de kostprijs van het mainframe in relatie tot de flexibiliteit van capaciteit. Salarisverwerking is een business met een enorme piekverwerking: iedereen wil zo kort mogelijk voor de betaaldatum de definitieve salarissen berekenen. Het mainframe kan best piekcapaciteit aan, maar alleen voor onmogelijk hoge prijzen. Op onze Windows private cloud kunnen we wel de vervolgstappen zetten om Gemal steeds meer realtime te laten verwerken. De verwerkingssnelheden in maart zijn veelbelovend.

De ultieme vorm van schaalbaarheid zou betekenen dat je voor iedere salarisberekening de verwerkingscapaciteit vergroot, en zodra je klaar bent, weer verkleint. Dit is precies het business model van de public cloud. Je schaalt virtuele rekenkracht op en af op de momenten dat je het nodig hebt, en je betaalt alleen voor wat je gebruikt. We zijn daarom al druk doende met experimenten om Gemal ook in public cloud te kunnen laten draaien.

Een ideale ontwikkeling zou je denken. Toch krijg ik de laatste tijd steeds vaker waarschuwingen om voorzichtig te zijn met public cloud: “het is initieel goedkoop, maar als je er eenmaal inzit, wordt het duurder als het mainframe”. 

Op het eerste gezicht lijken ze wel een punt te hebben: ook de mainframe wereld was lange tijd competitiever door het grotere aantal aanbieders. Maar na een shake out in de markt zat iedereen vast waar hij zat en was overgeleverd aan de prijsgrillen van zijn leverancier.

Toch zijn er wezenlijke verschillen:
1. Aantallen: van het mainframe zijn nooit grote aantallen verkocht. Een schatting uit 2009 komt uit op zo’n 10.000 mainframes wereldwijd. Dat valt helemaal in het niets bij de 2,4 miljoen Intel-achtige servers die alleen al in het laatste kwartaal van 2011 verkocht werden. Mainframes zijn altijd specialistisch en duur gebleven en dus is de basis voor iedere mainframe gebaseerde business veel duurder dan op Intel-achtige servers gebaseerde public clouds.

2. Vendor lock-in: Mainframes zijn zo specifiek dat ook de software die je ervoor schrijft niet gemakkelijk op een ander platform te draaien is. We hebben het net aan den lijve ervaren met de migratie van Gemal. De meeste public clouds zijn ontstaan uit dezelfde virtualisatie software die ook op Windows servers binnen bedrijven toegepast wordt. En over het algemeen proberen public clouds aan te sluiten bij de ontwikkelmodellen die voor de standaard Windows server omgevingen gelden: ze zijn er immers op gebrand om zoveel mogelijk bestaande applicaties te verplaatsen naar de public cloud en dus is compatibiliteit belangrijk. Maar dat heeft ook een ander voordeel: je kunt als organisatie altijd weer je applicaties uit de public cloud halen en weer zelf hosten. Het is misschien niet 100% compatible maar het kan veel gemakkelijker dan ooit van het mainframe. En dus kunnen public cloud leveranciers zich geen bokkesprongen veroorloven. Klanten hebben een optie en kunnen dus zo weer weglopen.

Dus waar komen die angstverhalen over de public cloud vandaan? Waarschijnlijk van de hardware-verkopers: het is gemakkelijker om servers tegen een hoge prijs te verkopen aan een bedrijf dat er maar enkele tientallen koopt dan aan Amazon dat er naar schatting 450.000 (!) heeft en dus een interessante quantumkorting zal kunnen bedingen.

En waarschijnlijk ook van mainframe die hards: Gemal heeft al die jaren prima op een mainframe gedraaid. Maar het einde kwam als de ergste nachtmerrie van iedere techneut: niet de technologie faalde, maar het business model. Vaarwel mainframe!Het is nu aan de Cloud om te bewijzen dat het de kwaliteiten van het mainframe kan overtreffen met een beter business model.

Timmies 2012 oftwel Apple versus Samsung

Afgelopen dinsdag won Raet de TIM Award 2012 voor meest innovatieve ICT leverancier.

TIM logoVolgens Hennie Wesseling (voorzitter van de jury, voormalig CIO TNT Post) haakte Raet vroegtijdig aan op de SaaS-trend, waardoor de transformatie van een klassiek payrollbedrijf naar een moderne elektronische aanbieder van HRM-diensten kon worden gemaakt. “De keuze voor SaaS in 2005 maakte de sprong naar een nieuw soort dienstverlening en de uitrol van mobiele apps mogelijk.”

De jury zag 3 belangrijke aspecten van innovatie bij Raet:

1. SaaS ontwikkeling: Raet heeft al in 2005 besloten om het client / server pad te verlaten en alle functionaliteit alleen nog maar als Webapplicaties te ontwikkelen en die volgens SaaS concept aan te bieden. Vandaag de dag levert Raet een volledige online portal.

2. eHRM: Raet heeft de visie van ‘HR in de lijn’ omarmd en naast haar salarisproducten een volledig eHRM portfolio ontwikkeld waarin HR professionals, managers en medewerkers hun HR zaken regelen.

3. Mobiele apps: Raet biedt gebruikers de mogelijkheden om ook vanaf mobiele apparaten altijd en overal gebruik te maken van eHRM.

Tijdens het jury-interview een week eerder werd de vraag gesteld of deze ontwikkelingen nu echt innovatie waren of economische noodzaak. Het antwoord daarop is lastiger dan het lijkt.

Het meest voor de hand liggende voorbeeld van innovatie is tegenwoordig de iPhone. Maar wie de biografie van Steve Jobs leest, weet dat het helemaal niet zo best ging met Apple voor de komst van de iPhone. Het bedrijf had immers de slag op de pc-markt ruimschoots verloren van Microsoft. Steve Jobs combineerde echter internet technologie, mobiele telefonie en uitgesproken visie op draagbare apparaten en veranderde de wereld: draagbare telefoons werden smartphones en de Appstore werd een begrip.

Samsung maakt mobiele telefoons sinds mensenheugenis en is daarin erg succesvol. Voor de komst van de smartphone domineerde het bedrijf samen met Nokia en LG de markt voor traditionele mobieltjes. Na de opkomst van de iPhone paste het bedrijf zijn koers aan en ging het smartphones leveren voor zo’n beetje alle platformen: Android, Symbian, Windows Phone en het eigen Bada. En wederom succesvol: de Galaxy SII is één van de grootste concurrenten van de iPhone.

Apple had duidelijk meer economische noodzaak dan Samsung, en toch geldt Apple als het innovatieve bedrijf en Samsung als de trendvolger. Terug naar de vraag van de jury: Raet was na de verzelfstandiging van Getronics zeker niet noodlijdend; er waren in 2005 ook geen concurrenten met een online eHRM portfolio. Raet combineerde op dat moment echter de ontluikende mogelijkheden van Internet als applicatieplatform met een sterke visie op HR in de lijn. Het succes van de eHRM portal heeft geleid tot zo’n 700.000 gebruikers: HR professionals, managers en medewerkers die hun HR zaken online regelen. Diezelfde 700.000 gebruikers zijn ook smartphone en tablet gebruikers en dus lag het voor de hand om specifieke mobiele toegang te bieden tot de eHRM portal. Maar om dan van economische noodzaak te spreken? Nee, Raet lijkt echt meer op Apple en de innovatieprijs is zoals de jury gelukkig ook concludeerde, dan ook meer dan verdiend.

En voor degenen die altijd ook op de details letten: Raet Online op mobiel is toegankelijk vanaf iPhone en iPad, maar ook op Android, Windows Phone en moderne varianten van Blackberry. In dat opzicht lijkt Raet dan weer een beetje op Samsung. Winking smile

Wil de echte app opstaan?

Het afgelopen jaar hebben we bij Raet veel energie gestoken in toepassingen voor iPhone en andere mobiele devices. Dat leidde regelmatig tot onverwachte en verhitte discussies over wat nu wel of niet een app is.

mraetnl-orgMet iWebKit maakte ik in januari 2011 een mobiele website die gebruik maakte van de Raet Proforma webservice. Met behulp van een aantal META tags gedroeg deze website zich op een iPhone als een app: er was een icon op het beginscherm, en als je daarop drukte, verscheen de website zonder de navigatiebalken van Safari.
Pas als iemand de app op zijn iPhone wilde installeren, ontstond er twijfel: naar m.raet.nl navigeren en toevoegen aan je beginscherm was niet een app installeren uit de AppStore en dus was de Raet app gediskwalificeerd. Het was op zijn best een “webapp” maar geen “echte” app, want die kwam uit de appstore.

m.raet.nl in januari 2011

De mobiele site werkte prima op een iPhone en zag er ook echt als een iPhone applicatie uit. Tot mijn grote verbazing ontstond er een haast religieuze discussie over webapps en native apps.

RaetNettoRaet Netto app in mrt 2011Op 16 maart 2011 lanceerden we een native iPhone app in de Apple AppStore. We hadden de kleurtjes een beetje aangepast en het was nu een “echte” applicatie, geschreven in Objective-C. Hij laadde inderdaad wat sneller, maar verder was er geen verschil. We maakten nog steeds gebruik van de Raet Proforma webservice en functioneel was alles identiek.
De reacties waren overweldigend: we werden op allerlei sites besproken, en binnen 3 dagen werd de “echte” app meer dan 15.000 keer gedownload. In de top gratis downloads stonden we dagen lang op nummer 2, slechts verslagen door Angry Birds. Inmiddels is de app al meer dan 35.000 keer gedownload!

Functioneel waren beiden identiek, maar toch was het verschil in impact gigantisch. Geïnspireerd door dit succes gingen we daarna aan de slag met het Raet Online portfolio.

RaetMobiel-in-RaetNettoRaet Online is een SaaS webtoepassing en we besloten met JQuery Mobile (toen nog in beta) de belangrijkste functies voor manager en medewerker toegankelijk te maken. Deze technologie ondersteunt immers alle belangrijke platforms (iPhone, Android, Windows Phone, Blackberry). Dit levert echter een mobiele website oftewel “webapp” op.
Bij de launch in september was er echter weinig discussie over webapp vs native app. Blijkbaar was men gewend dat Raet Online een webapplicatie was en nam men dat voor de mobiele versie als vanzelfsprekend aan. Op basis van eerdere ervaringen hadden we de native Raet Netto app uitgebreid met een button “Online”: hiermee kun je de “webapp” Raet Online op Mobiel draaien binnen je native app Raet Netto.  Een soort “hybride app” als het ware.

De mobiele versie van Raet Online binnen Raet Netto

Raet Online op Mobiel werd met veel enthousiasme door de klanten en medewerkers onthaald. En de mogelijkheid om vanaf je smartphone of tablet je salarisstrook op te halen of je verlof aan te vragen wordt veel gebruikt.

Waar voor Raet Netto de discussie over webapp vs native app hoog opliep, is die voor Raet Online op Mobiel klaarblijkelijk minder relevant. Komt dat door de “hybride app”? Of zijn de verwachtingen anders? De “kenners” voorspellen al lang dat webapps de overhand zullen krijgen (muv games). Maar de AppStores zijn nog steeds dominant. Bestaat de “echte” app wel? Of om in “Wie van de Drie” termen te spreken: Wil de echte app opstaan?

Cloud: what’s in a name?

Laatst gaf ik een aantal medewerkers van Raet uitleg over technologische veranderingen. We kwamen te spreken over Cloud ontwikkelingen en met name over public cloud. Tot mijn  verbazing bleken er twee personen in de groep van overtuigd dat alle data die je in de public cloud stopt, voortdurend over de aarde heen en weer flitst en wat nu in Amsterdam staat, kan binnen 10 minuten in Tokyo staan, en kort daarna in Chicago. Public cloud betekende volgens hen dat je data zo volatiel was als elektriciteit en dat data zich als het ware voortdurend automatisch tussen data centers in de gehele wereld verplaatste.

De werkelijkheid is echter heel anders, haast volledig omgekeerd. Wie data in een public cloud zet, kan meestal aangeven in welke regio hij die data wil hebben (West-Europa, Azië, US). Volledig automatisch wordt dan een data center in die regio geselecteerd, en de data wordt daar opgeslagen. Sterker nog, er wordt automatisch een specifieke server (of deel van een SAN of database) geselecteerd om die data op te slaan. De public cloud provider vertelt je niet exact de locatie, maar het is een locatie die echt voor jou gereserveerd is.  Er is eigenlijk niets anders aan de hand dan wanneer je binnen het netwerk van je organisatie data opslaat. Je weet niet precies waar je organisatie haar servers heeft staan, maar je kunt vanaf je werkplek die data opslaan en terughalen.

Public cloud providers als Microsoft en Amazon zorgen daarnaast voor “geo-replicatie”: ze bewaren een kopie van je data in een ander data center, ver verwijderd van de plaats waar de data normaal opgeslagen wordt, om in geval van een calamiteit altijd nog een backup van de data te hebben. Zelfs al valt er een vliegtuig op het data center, dan nog raak je geen data kwijt. Grotere organisaties hebben dat zelf ook al geregeld (vaak “uitwijk” genoemd) zonder dat hun medewerkers dat beseffen.

Dus wat is hier nu aan de hand? Als het zoveel lijkt op de huidige praktijk binnen organisaties, waarom is er dan zo’n andere perceptie ontstaan? Op de eerste plaats benadrukken techneuten graag de technische transparantie van de cloud: Alles is zodanig geregeld dat zelfs als alles plotseling aan de andere kant van de wereld zou staan, alles gewoon doordraait en de gebruiker helemaal niets in de gaten heeft. De schijn wordt gewekt alsof het de praktijk van alle dag is. Dat is het niet, simpelweg omdat de cloud providers er geen enkel belang bij hebben om data continu te verplaatsen over de wereld. Het kost handenvol geld, is enorm intensief en het levert de gebruiker niets op: waar het ook staat, het werkt “gewoon”.

Daarnaast vertellen public cloud providers niet waar je je data zich precies bevindt. Ze weten het precies: in data center x, rack y staat op server z jouw data. Maar ze laten het graag vaag: ze willen geen gemakkelijk doelwit worden voor dwazen die de zaak op willen blazen. En het is ook niet interessant voor de gebruiker om te weten in welk data center en op welke server je data precies staat: het werkt “gewoon” zonder dat je die kennis hebt, en de cloud provider heeft maximale vrijheid om data te verplaatsen als dat zo uit komt (bij vervanging van hardware bijvoorbeeld).

Tenslotte is er de term “Cloud”: wat is er nu ongrijpbaarder dan een wolk?  Zelfs na zoveel eeuwen meteorologie kan Helga van Leur nog steeds niet met zekerheid vertellen of en hoe laat het morgen gaat regenen. En ook onze taal helpt niet mee: wie met zijn hoofd in de wolken loopt, is niet aan het opletten. En wolken staan dan model voor de betrouwbaarheid van je data opslag?

En waar de public cloud juist de zorgen van gebruikers rondom IT kan wegnemen, is het tegenovergestelde beeld ontstaan. De marketing heeft volledig gefaald,  maar de techneuten hebben er zelf ook hard aan meegeholpen. Het concept is prima, de beeldvorming niet. Iemand suggesties voor een andere term?

SaaS: public of private cloud?

Bij de opnamen voor het RTL-Z programma IT-Next kreeg ik de vraag of Raet nu eigenlijk in de private cloud zat of in de public cloud. Dat hangt er vanaf, antwoordde ik, hoe je public en private cloud definieert. Betekent private cloud dat de data op je eigen servers in je eigen datacenter staat, of is het ook private cloud als je je eigen servers host in een datacenter waar je racks huurt? En hoe staat het dan als de servers niet je eigendom zijn, maar virtuele servers die je zelf “huurt” bij een hosting partij.  Na enig heen en weer kwamen we tot de volgende definitie:

  • Een private cloud is een cloud waarin een organisatie zelf volledige controle heeft over haar data en de servers waarop die data staat.
  • Een public cloud is een cloud waarin een organisatie het beheer van de servers waarop haar data staat, in handen van een professionele hostingpartij heeft gegeven.

Het is geen sluitende definitie, maar het is een startpunt. Terug naar de vraag of Raet in de private of in de public cloud zit. Voor een SaaS toepassing zoals Raet die aan haar klanten levert, is dat eigenlijk een vreemde vraag. De gebruiker navigeert naar de RaetOnline website, logt in en gaat aan het werk. De data wordt daarbij opgeslagen op de servers van Raet. Je zou dus zeggen public cloud.

Vanuit het standpunt van Raet ziet het er heel anders uit: de gebruiker komt op de webservers van Raet binnen, en slaat data op op de webservers van Raet. Die servers staan weliswaar in een professioneel datacenter van KPN maar de servers zijn volledig eigendom van Raet. Typisch gevalletje van private cloud. Of niet?

Dus is het nu public of private cloud? En wat als Raet zou besluiten om haar infrastructuur uit te besteden aan Microsoft Azure of Rackspace cloud? Wordt het daarmee anders? En hoe zit het eigenlijk met Salesforce.com of Facebook die eigen datacenters beheren? Zijn dat public of private cloud toepassingen?

De hele discussie over public of private cloud is uiteindelijk een technocratische discussie zonder eind. De voornaamste aanleiding voor de discussie lijkt de angst voor het schenden van privacy te zijn. Als ik als organisatie zelf niet de volledige controle meer hebt, dan ligt mijn data op straat, lijkt men te suggereren. De handig gekozen cloudnamen spelen op die angst in: private cloud klinkt erg beschermd en public cloud klinkt alsof het voor iedereen toegankelijk is. Niets is in de praktijk minder waar, want wie zou zijn digitale beveiliging beter voor elkaar hebben: een middelgrote overheidsinstelling met een private cloud of Microsoft in haar public cloud? Puur vanuit de beschikbare kennis en middelen om te beveiligen, is de vergelijking oneerlijk. De professionaliteit van een pure specialist zal het natuurlijk winnen.

De vraag is dus eigenlijk niet naar de kenmerken van de hosting, maar naar de betrouwbaarheid en de kwaliteit van degene die zich over de data van een organisatie ontfermt. Wie kiest voor een SaaS oplossing, kiest voor ontzorging op IT en wil zich niet meer met technologisch geneuzel bezig houden. Wie niet in blind vertrouwen zijn vertrouwelijke data ergens anders stalt, doet er goed aan om waarborgen voor vertrouwelijkheid en beveiliging te eisen. Ik kan gelukkig melden dat Raet al jaren zeer actief is op het gebied van certificeringen en momenteel ISO-9001, ISO-27001 en ISAE3402 (voorheen SAS70) gecertificeerd is.

Dus is Raet nu public of private cloud? Het is een SaaS oplossing met uitgebreide certificeringen als waarborgen voor vertrouwelijkheid en beveiliging. Toch jammer dat je zo’n antwoord niet paraat hebt als de Cloud Reporter van IT-Next in je kantoor staat met een microfoon onder je neus 😦

Hello world!

Wie ooit geprogrammeerd heeft in C, zal altijd met Hello World beginnen; of wellicht nog met foobar() maar dat is meer voor wie op het functieniveau is blijven steken. In 1991 begon ik als C-progammeur aan E-Account, het vlaggeschip van Exact Software vs 5. Dat waren de hoogtijdagen van DOS; van Windows of Internet had niemand nog enig benul.

De technologische wereld is sinds die tijd dramatisch veranderd, en het lijkt soms wel of technologische vernieuwing steeds sneller gaat. Ik ben tegenwoordig verantwoordelijk voor Product Development & Operations bij Raet. Wij leveren HR- en Payrollsoftware via het Software as a Service (SaaS) concept.  Dat is niet langer het domein van de personeels- en salarisadministratie maar via Self Service functies zijn ook managers en medewerkers van een organisatie actief betrokken in die systemen. Momenteel kennen we al meer dan 600.000 gebruikers in onze online software en de grens van 1 miljoen gebruikers komt snel naderbij.

Om al die gebruikers optimaal te bedienen zijn we dagelijks bezig met technologische en functionele vernieuwingen. Op deze blog zal ik regelmatig verslag doen van onze inspanningen en vorderingen om voorop te blijven lopen in de wereld van HR en technologie.